Rookmelder RM 4000 voor vastzetinstallaties
Samen met de RZ-24 centrale unit
Kenmerken
- Optische rookmelder getest volgens EN 54-7
- Werkt samen met de RZ-24 centrale die de nodige spanning aan de melder levert en deze gelijktijdig evalueert
- Kan worden gebruikt in een temperatuurbereik van -40 °C tot +70 °C
- Zeer laag percentage valse alarmen dankzij de speciale sensorkamer en het gebruik van algoritmen voor storingsfiltering
- Als de melder zodanig vervuild is dat deze het niet langer kan compenseren, gaat de melder onmiddellijk over op alarm en worden de brandsluitingen betrouwbaar gesloten
- Er is geen relais nodig in de melder zelf, wat de kosten drukt
- Afzonderlijke bedrijfstoestanden worden aangegeven via geïntegreerde LED met 360º zichtbaarheid in twee kleuren (rood/geel) en verschillende knipperfrequenties
- De rookmelders RM 4000 moeten uiterlijk na 8 jaar vervangen worden, zelfs indien de melders nog goed functioneren tijdens de functie- of onderhoudstest. Dit garandeert dat de vastzetinstallatie altijd volledig functioneert en dat deuren betrouwbaar sluiten in geval van brand
Productinformatie
Technische gegevens
| Netspanning | 8.5 tot 33 VDC |
| Stroomverbruik | Ø ruststroom + inschakelpiekstroom bij 24 VDC: 95 μA alarmstroom bij 24 VDC: 40 mA |
| Meetfrequentie | eens per 4 seconden, foto-elektrische sensor met automatische detectie en aanpassing van de gevoeligheid |
| Alarm indicator | geïntegreerde LED (rood/geek) voor statusindicatie |
| Bedrijfstemperatuur | -40 °C tot +70 °C (geen condens of ijsvorming!) |
| IP klasse | IP 23D |
| Materiaal behuizing | gegoten in wit polycarbonaat |
Afmetingen
Alle afmetingen zijn in mm
Rookmelder
Sokkel
Statusindicaties
De verschillende bedrijfstoestanden van de RM 4000 rookmelder worden door een LED aangegeven. Deze LED brandt geel of rood, afhankelijk van de status.
| LED rood | LED geel | Functie |
|---|---|---|
| Knippert 1x/sec | Knippert niet | Na het inschakelen van de voeding (of het plaatsen van de melder in het stopcontact): bevestigt de juiste bedrading Fase duur: 4 minuten. Tijdens deze opstartfase is een snelle functietest binnen 4 seconden mogelijk. Tijdens normaal bedrijf duurt dit langer. |
| Permanent aan | Knippert niet | Alarm |
| Knippert niet | Knippert niet | Normale werking |
| Knippert niet | Knippert 1x/sec tijdens het opstarten | Als de gele LED knippert in plaats van de rode LED gedurende de eerste 4 minuten na het inschakelen of het plaatsen van de melder, heeft de melder de driftcompensatiegrens bereikt. Als de reiniging niet succesvol is, moet hij kort daarna worden vervangen. |
| Knippert niet | Knipper elke 4 seconde na het opstarten | Sensor werkt niet meer naar behoren en melder moet onmiddellijk worden vervangen. |
Montage
Montage
Montage informatie voor de sokkel
De sokkel heeft speciaal gevormde bevestigingsgaten die een eenvoudige en snelle installatie mogelijk maken. Er zijn twee gatafstanden beschikbaar: 51 mm en 60 mm. Aan de buitenzijde van de sokkel bevindt zich een markering die de positie van de LED aangeeft zodra de detector is gemonteerd. Dit zorgt ervoor dat de melders uniform zijn uitgelijnd wanneer de sokkel is gemonteerd.
De bedrading kan zowel achterlangs als langs de zijkant worden aangebracht (uitsparingen in de sokkel).
Een markering in de sokkel geeft aan hoe ver de kabel gestript moet worden. De 5 aansluitklemmen zijn zo aangebracht dat er voldoende ruimte is voor de bedrading. De schroeven van de aansluitklemmen zijn borgschroeven en kunnen niet uit de klemmen vallen. De basis wordt geleverd met de schroeven losgedraaid, wat het bedraden nog gemakkelijker maakt.
De melder wordt in de sokkel vergrendeld door deze simpelweg met de klok mee te draaien. Een extra antidiefstalfunctie is ingebouwd: een ontbrekende melder leidt tot alarm.
Bedradingsdiagram
Het aantal vereiste latei- en plafondmelders wordt bepaald door de geldende nationale voorschriften in elk respectief land. In Duitsland is het gebaseerd op de DIBt-goedkeuring of typegoedkeuring. In andere Europese landen zonder nationale richtlijnen dient de EN 14637 als oriëntatie.
De rookmelders worden eenvoudig in lijn geschakeld. In de laatste melder van de lus moet een weerstand van 3,9 kΩ worden geïnstalleerd.
De handschakelaar (als de RZ-24 centrale niet is geïnstalleerd op een plaats waar de handschakelaar op het deksel kan worden gebruikt) moet worden geplaatst in de bedrading naar de eerste detector. Dit maakt een eenvoudige, lineaire bedrading mogelijk.
Montagetoebehoren
Alle afmetingen zijn in mm
De montagebeugels maken een eenvoudige installatie van de rookmelders op muren mogelijk. Volgens de DIBt-voorschriften is het in uitzonderlijke gevallen toegestaan plafondmelders te vervangen door wandmelders. Voorwaarde is dat de horizontale afstand tussen de muur en de as van de melder 0,5 m bedraagt. De montagebeugel, artikelnr. 040575 voldoet aan deze eis. Alle bevestigingsgaten komen overeen met die van de beugel artikelnr. 040570.
Afmetingen van montagebeugel artikelnr. 040570
Artikelnr.: 040570
Voor montage van rookmelder RM 4000 als latei melder
Afmetingen van montagebeugel artikelnr. 040575
Artikelnr.: 040575
Voor montage van rookmelder RM 4000 op de wand
Bestelinformatie
| Omschrijving | Artikelnr. |
|---|---|
| RM 4000 smoke detector with base | 040860SET |
| Standard base for smoke/heat detectors RM/WM 4000 | 040862 |
| 3,9 kOhm resistor | 040893 |
| Mounting bracket for fire detectors RM/WM, length of arm 111 mm | 040570 |
| Mounting bracket for fire detectors RM/WM, arm length 550 mm | 040575 |
Downloads
| File name | Type |
|---|---|
| Documents | |
| Catalog: Smoke & heat detectors | |
| Installation instructions: Smoke detector RM 4000 |